Tilburg krijgt eindelijk een monument voor textielarbeiders: ‘Lang onzichtbaar gebleven’

Foto: Archief/Persbureau Anevo.

Tilburg gaat de textielarbeiders die de stad groot maakten eren met een eigen monument. De gemeenteraad stemde maandagavond unaniem in met een voorstel van de PvdA. Het monument moet een blijvende herinnering worden aan de duizenden mannen, vrouwen en zelfs kinderen die jarenlang onder zware omstandigheden werkten in de Tilburgse textielfabrieken.

Fractievoorzitter Stefan Jansen van de PvdA diende de motie in. Hij liet zich inspireren door het boek Het Verdriet van Tilburg van schrijver en historicus Maarten van Riel. “Andere steden, zoals Rotterdam met de haven en Limburg met de mijnen, hebben monumenten voor hun arbeiders. In Tilburg hebben we dat nog niet. Terwijl juist hier tienduizenden mensen dag in dag uit hun brood verdienden in de textiel, vaak voor een schamel loon en met werkdagen van wel zestien uur”, zei Jansen.

“Onzichtbaar gebleven”

Voor Van Riel voelt het bijzonder dat zijn boek de aanleiding is geweest. Hij wijst erop dat textielarbeiders in de geschiedenis nauwelijks zichtbaar zijn. “Mijn opa werkte in de ververij, maar in de archieven is bijna niets van hem terug te vinden. Geen brieven, geen foto’s, niets. Terwijl fabrikantenfamilies wel overal zichtbaar zijn, in villa’s, in boeken, in archieven. De arbeiders die de stad hebben opgebouwd, zijn eigenlijk onzichtbaar gebleven. Dit monument kan dat rechtzetten.”

Van Riel benadrukt ook de zware omstandigheden waarin werd gewerkt. “In de fabrieken waren de dagen lang, gevaarlijk en ongezond. Mensen werden doof door het lawaai van de machines, giftige stoffen veroorzaakten ziektes, en er was zelfs een boetesysteem – je kon een deel van je loon kwijtraken, omdat je lachte of omkeek.”

Niet de Kruikenzeiker

Veel Tilburgers denken dat de bekende Kruikenzeiker bij het Radiopleintje een eerbetoon is aan de textielgeschiedenis, maar dat klopt niet. “Dat beeld is gemaakt door de carnavalsstichting in 1986. Het is tijd dat er een echt monument komt, dat recht doet aan het harde werk van de textielarbeiders”, aldus Jansen.

Trots en verantwoordelijkheid

Voor Van Riel is het een eer om bij de totstandkoming betrokken te worden. “Ik had nooit gedacht dat mijn boek dit zou losmaken. Het begon als een verdrietige familiegeschiedenis, maar het werd een verhaal van de hele stad. Dat ik nu mee mag denken over het monument voelt als een verantwoordelijkheid, maar ook als een kans om iets terug te doen.”

Het boek is genomineerd voor de ‘Libris Geschiedenis Prijs’. Daarmee behoort het nu ook officieel tot de vijf beste geschiedenisboeken van het afgelopen jaar.

Zelf ziet hij het liefst een kunstwerk dat breed gedragen wordt door de stad. “Het hoeft voor mij niet letterlijk, maar mag ook abstract zijn. Belangrijk is dat veel Tilburgers zich erin herkennen. Dit waren tenslotte de echte makers van de stad.”

Waar moet het komen?

De PvdA wil dat het monument een plek krijgt in of rond het Museumkwartier, bij het TextielMuseum. Daarover wordt nog verder gesproken. Lokaal Tilburg ziet liever een plek naast de Kruikenzeiker, terwijl het CDA juist denkt aan de plek bij het beeld van Miet van Puijenbroek, die zich inzette voor de textielarbeiders.

Ook wethouder Bas van der Pol schaarde zich achter het voorstel. “Ik ben zelf kleinzoon van een textielarbeider en heb het boek Het verdriet van Tilburg met veel interesse gelezen.” Volgens hem kan Stichting Spoor zorgen voor de uitvoering en de fondsen.

Breed gedragen plan

Begin 2026 moet het college met een concreet plan komen. Hoe het monument er precies uit gaat zien en hoeveel het zal kosten, is nog niet bekend. Maar dát het er komt, staat vast.

Marcel Gremmé