Raadslid Agović: ‘Bizar dat busbedrijf met omstreden Israël-banden bijna in Brabant ging rijden’

Arriva won dit jaar, na een spannende race met EBS, de concessie voor het openbaar vervoer in Brabant (foto: Collin Beijk).

Fractie Agović, een afsplitsing van GroenLinks, heeft vragen gesteld over busmaatschappij EBS en moederbedrijf ETC, die bijna de nieuwe concessie voor het openbaar vervoer in Brabant had gekregen. De fractie maakt zich zorgen over de banden van EBS met illegale Israëlische nederzettingen en roept op tot een strenger ethisch beoordelingsbeleid bij aanbestedingen.

Arriva won dit jaar, na een spannende race met EBS, de concessie voor het openbaar vervoer in Brabant. In juni van dit jaar was er bij de Provinciale Staten weerstand tegen EBS omdat het moederbedrijf actief is op illegaal bezette gebieden op de Westelijke Jordaanoever.

‘Bizar’

Raadslid Nermin Agović noemt het “bizar” dat EBS toch in overweging werd genomen en benadrukt dat het ethische vraagstuk breder speelt dan alleen het openbaar vervoer. “We moeten een ethische keuring hebben voor de aanbesteding van alle bedrijven”, zegt hij.

Een aantal maanden geleden had Noord-Brabant de keuze tussen Arriva en EBS. Volgens Agović heeft de provincie de juiste keuze gemaakt, maar dat had ook anders kunnen lopen zonder duidelijk verzet. “Gelukkig heeft Arriva toch de voorkeur gekregen, omdat er ook veel weerstand kwam van verschillende partijen en de burgers.”

Zeeland

Het raadslid was alleen niet zo blij met het besluit in Zeeland. Daar klonk het oordeel anders. “Helaas heeft EBS ‘de strijd’ in Zeeland wel gewonnen. Daar was er wel veel tegengeluid, maar ze kozen er toch voor om EBS de concessies te geven. Daar ben ik enorm verbaasd over. Ik vraag me af of ze wel bewust zijn van de connecties met Israël.”

Agović snapt niet hoe de connectie tussen het EBS en illegale Israëlische nederzettingen zo makkelijk over het hoofd wordt gezien. “Dit is algemeen bekend. Het moederbedrijf staat momenteel op de zwarte lijst van de Verenigde Naties en wij zitten te overwegen of we met ze in zee willen gaan.”

Nieuw beleid

Het raadslid vindt dat zijn eigen gemeente duidelijk beleid moet invoeren om soortgelijke bedrijven te weren. Het is voor hem nog lang niet afgelopen. “Ik hoop dat mijn vragen aan het college worden opgepakt en dat er wat wordt gedaan. En als dat niet gebeurt, ga ik een motie indienen.”

Marcel Gremmé