Carel van Herpt wint Brabantse Molenprijs: ‘De liefde voor de molen is nooit verdwenen’

Voor Carel van Herpt (82) draait alles al een halve eeuw om molens. De Goirlenaar, die twee jaar geleden met molenaarspensioen ging, kreeg dit weekend de Brabantse Molenprijs. Een bekroning voor zijn levenslange inzet voor de molens De Wilde en De Visscher in zijn dorp.

“Het stond daar maar te verpieteren”, zegt Carel over de dertien meter hoge molen aan de Nieuwe Rielseweg, die hem vijftig jaar geleden in zijn greep kreeg. “Samen met drie anderen heb ik me over De Wilde ontfermd. Een molen is historie, maar ook fysiek zwaar werk. Toch, als je eenmaal de wind in de wieken hebt, laat het je nooit meer los.”

Van hobby tot levenswerk

Vanaf 1982 was Carel vrijwillig molenaar in Goirle. Met de werkgroep molens, waar hij voorzitter van werd, lukte het om beide molens met subsidies te restaureren en te behouden. Later richtte hij Stichting Akkermolens Goirle op, die sindsdien zorgt voor het beheer. Carel stond er ruim 25 jaar aan het roer.

Daarnaast speelde hij een belangrijke rol in heel Brabant. Hij zat in besturen, leidde nieuwe molenaars op en hielp bij grote restauratieprojecten in de provincie. “Je leert met de wind werken, meel malen. Het is een geweldig gevoel om zo’n gevaarte te kunnen beheersen.”

Traditie onder druk

Elke zaterdag draaien de wieken in Goirle nog steeds. Dan wordt er meel gemaakt voor de warme bakker in het dorp. Maar of die traditie nog lang standhoudt, weet Carel niet. “In Brabant hebben we 133 molens, maar de meesten hebben geen functie meer. Ze maken vooral deel uit van het erfgoed. En er komen nauwelijks jonge molenaars bij. De opleiding duurt twee jaar en er is weinig zekerheid. Dat houdt veel mensen tegen.”

Nooit écht gestopt

In 2023 stopte Carel officieel als molenaar, op tachtigjarige leeftijd. Maar stilzitten kan hij niet. Hij blijft betrokken bij de stichting en geeft advies bij het onderhoud. “De liefde voor de molen blijft.”

Marcel Gremmé